Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK)

De Wet IKK is door Tweede en Eerste kamer aangenomen en wordt per 1 januari 2018 van kracht.
Niet alle maatregelen gaan al op 1 januari 2018 in. Een aantal maatregelen gaat een jaar later in, en
soms ook is er sprake van een invoeringsperiode.

Hieronder zetten wij de maatregelen op een rij die per 1 januari 2018 in gaan.

1. De ontwikkeling van het kind staat centraal

• Het concretiseren van de pedagogische doelen in het pedagogisch beleid en zichtbaar maken in de praktijk.
• Aan ieder kind wordt een mentor toegewezen. De mentor werkt op de groep waar het kind is geplaatst. Zij volgt de ontwikkeling van het kind, is het eerste aanspreekpunt voor ouders.
• Pedagogisch medewerkers hebben ieder kind ‘in beeld’ en volgen het in zijn ontwikkeling. Zo kunnen ze aansluiten bij de ontwikkeling van het kind en het stimuleren de volgende stap te zetten.

2. Veiligheid en gezondheid

Het kinderdagverblijf stelt een beleidsplan Veiligheid en Gezondheid op waarin grote risico’s worden onderkend en maatregelen worden getroffen. Ook wordt beschreven hoe kinderen geleerd wordt om te gaan met kleine risico’s. Het beleid en het daarbij behorende plan van aanpak wordt ontwikkeld samen met de pedagogisch medewerkers.

Tevens is het verplicht dat er op ieder kinderopvanglocatie tijdens openingsuren altijd minimaal één volwassene aanwezig is die beschikt over een gecertificeerd ‘kinder-EHBO’ diploma.

3. Stabiliteit en meer ruimte voor pedagogisch maatwerk

Aan 0-jarige kinderen worden twee vaste pedagogisch medewerkers toegewezen. Op de dagen dat het kind komt, is altijd minimaal één van deze twee pedagogisch medewerkers werkzaam. Voor kinderen met flexibele dagen geldt het ‘vaste gezichten-eis’ niet.

Bij aaneengesloten openstelling van tien uur of meer per dag kan maximaal drie uur per dag worden afgeweken van de vereiste BKR. Daarbij wordt minimaal de helft van de vereiste BKR ingezet. In het pedagogisch beleidsplan wordt opgenomen op welke tijden wel en op welke tijden niet wordt afgeweken van de BKR.

Het maximaal aantal baby’s van 0 jaar per pedagogisch medewerker gaat omlaag. Deze gaat van 1 pedagogisch medewerker op 4 nuljarigen naar 1 pedagogisch medewerker op 3 nuljarigen. De pedagogisch medewerker heeft hierdoor meer tijd en aandacht voor kinderen in het eerste levensjaar. De invoeringsdatum is 1 januari 2019.

4. Kinderopvang is een vak

Voortaan coacht een pedagogisch beleidsmedewerker de pedagogisch medewerkers bij de dagelijkse werkzaamheden. Daarnaast houdt de pedagogisch beleidsmedewerker zich ook bezig met het pedagogisch beleid en de werkwijze daarbij. Bijvoorbeeld hoe de pedagogisch medewerkers kinderen uitdagen om nieuwe vaardigheden aan te leren. De invoeringsdatum is 1 januari 2019.

Er komt een minimum taalniveau voor de pedagogisch medewerker per 1 januari 2023. Het taalniveau van de pedagogisch medewerker is belangrijk voor de taalontwikkeling van kinderen.

Vrijwilligers tellen niet meer mee als pedagogisch medewerker als het gaat om de berekening van het maximaal aantal kinderen per pedagogisch medewerker. Dat geldt ook voor de derde volwassene op een groep waar drie pedagogisch medewerkers ingezet moeten worden. Dat is geen vrijwilliger, maar een betaalde pedagogisch medewerker die aan de opleidingseisen voldoet.

De inzet van stagiaires en medewerkers die nog niet voldoen aan de opleidingseisen voor pedagogisch medewerker wordt beperkt, zodat er voldoende tijd en inzet is om hen te kunnen begeleiden.

Gevolgen van de Wet IKK

Kwaliteit
De Wet IKK is in het leven geroepen om de kwaliteit in de Branche Kinderopvang te verhogen. Dit wordt beoogd door meer concretisering van de pedagogische doelen en een duidelijk beleid omtrent Veiligheid en Gezondheid, waar bijvoorbeeld ook het vier ogenprincipe en de klachtenregeling is opgenomen.

Kinderen worden frequenter geobserveerd. Dit word gedaan door een vaste mentor, welke tevens als aanspreekpunt fungeert voor de ouders.
Binnenkort krijgt u individueel bericht wie de mentor is van uw kind en op welke wijze wij de observatie gaan uitvoeren.

Ook stelt de Wet IKK eisen aan de het aantal beroepskrachten per kind (de Beroepskindratio; BKR) en dienen er vaste gezichten aanwezig te zijn voor 0 jarigen. Dit kan inhouden dat we op sommige dagen moeten schuiven met het personeel en/of meer beroepskrachten zullen moeten inzetten

De medewerkers worden gecoached door een pedagogisch beleidsmedewerker. Tevens dienen de medewerkers aan een minimale taalniveau (3F) te voldoen en zal er een plan worden gemaakt voor permanente educatie van het personeel.

Verhoging van kosten
Met name de maatregelen rondom de vaste gezichten, de BKR en de permanente educatie van het personeel gaan gemoeid met een (forse) verhoging van de kosten voor ons als ondernemer. De overheid heeft als compensatie beoogd om het maximaal uurtarief in 2018 te verhogen naar € 7,45.

Aangezien nog niet helemaal duidelijk is wat de exacte stijging zal zijn van de kosten, hebben we het uurtarief nog niet verhoogd per 1 januari 2018. Wel kunt u een prijsstijging verwachten met ingang van het tweede kwartaal van 2018. We zullen dit voorstel allereerst voorleggen aan de oudercommissie, waarna we het aan u zullen communiceren.